Op een druilerige dag staat een coachsessie met paard gepland voor Janiek. Janiek is 14 jaar en zit niet lekker in haar vel. Ze wil er niet over praten.
Gekleed in regenkleding en laarzen lopen we samen naar de rijbak waar het paard ons al ziet aankomen.
Haar moeder is meegekomen. Op de vraag aan Janiek of haar moeder aanwezig mag blijven of liever even ons alleen laat geeft ze aan dat het oké voor haar is als ze op afstand erbij blijft. De moeder neemt plaats aan de rand van de bak. Ik vraag Janiek zich te verbinden met het thema zonder daar verder woorden aan te geven.
Zodra ze zich met haar thema heeft verbonden stapt ze de rijbak in zoekt voor haar een geschikte plek, nou ja plek, ze blijft wat rondlopen. Het paard komt in beweging en loopt rustig heen en weer in de bak, alsof het zoekende is. Op de vraag aan Janiek of zij zoekend is antwoord ze bevestigend. Dan loopt het paard naar haar moeder toe en blijft voor haar staan. Ik voel dat de moeder een onderdeel is in het geheel en vraag de moeder en Janiek of het oké is als ze bij de sessie wordt betrokken. Beide knikken bevestigend. De moeder komt de bak in en wordt door het paard naar haar dochter gebracht. Nog geen seconde erna duwt het paard de moeder weg en leidt haar linearecta naar de uitgang. Ze mag de bak weer verlaten.
Wat betekent afstand? Wat is er veranderd nu je moeder buiten de bak staat? Heel veel zegt Janiek. Zowel Janiek en de moeder zijn beide geraakt.
Meer woorden hoefden er niet aan te pas te komen. Er is gezien wat gezien wilde worden.
Einde sessie.